Gotische 
        kerken en 
        
kloostergangen 
        laten zien waartoe de 
        
steenhouwers 
        in de middeleeuwen in staat waren. 
        De vloeiende lijnen van de 
        
flamboyante 
        traceringen tonen hun vakmanschap, 
        de 
waterspuwers 
        in de vorm van 
        
monsters 
        of olijke figuren hun rijke fantasie.
        Een combinatie van beide elementen leveren 
        
traceringen, 
        waarin een 
        
touw 
        opgenomen lijkt te zijn. 
        Dit '
versteende touw' 
        kan om een deel van het maaswerk gewonden lijken. 
        In Nederland zijn enkele voorbeelden van deze vorm van 
        
figuratief maaswerk 
        te vinden, onder meer in 
        
Roermond.
 
        Het fraaiste is toch wel dat in de 
        
kloostergang van de Dom van Utrecht. 
        Het is nog helemaal origineel 
        (wat een geluk: alle andere traceringen hier zijn kopieën). 
        Twee touwen zijn gewonden, een derde houdt zelfs een deel van de tracering bij elkaar. 
        Duidelijk, zo wist men in de 19e eeuw: hier kwam de steenhouwer er niet meer uit en verkocht zijn ziel aan de 
        
duivel 
        in ruil voor deze oplossing.
        
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders